Wanneer ik wil schrijven, blokkeer ik. Soms lang, soms kort. Maar het gebeurt altijd opnieuw, bij elk persoonlijk verhaal dat ik op papier zet. Ik besef nog maar pas hoe dat komt: ik blokkeer omdat ik klaar sta om de diepte in te duiken. Diep in het gevoel. Diep in het geheugen. Diep in de passie. Diep in mezelf … Maar om daar te komen, moet ik eerst door het oppervlak breken. En daar drijven angst, schuld en verdriet. Mijn go to emoties waarmee ik mezelf wil beschermen. Tegen mislukking. Tegen iets minder dan perfect. Tegen waarheid. Tegen confrontatie.
Verlammend. Temperend. Beklemmend.
Zelfondermijnend.
Hoe ik schrijf, is bijvoorbeeld niet hoe ik wil schrijven. Hoe ik schrijf is niet hoe ik denk dat ik ‘zou moeten schrijven’: van hoofd naar papier in een vingerknip vingertoets. Zonder tussenstop in maag, lever en buik. Zonder zure oprisping. Niet te bedachtzaam, maar vol vertrouwen in de pure intenties achter de woordenstroom: verbinding en verandering.
Zolang het over jou gaat, lukt dat goed. Dan kan ik niet elk gevoel wikken of herinneringen wegen. Dan neemt objectiviteit de bovenhand. Wanneer het over jou gaat, komen de woorden en inzichten spontaan. Er staat geen rem op. Ik haal energie uit onze gesprekken en projecten, omdat ik weet dat ik je zo kan helpen. Omdat ik erop vertrouw dat we samen een antwoord vinden en verandering teweegbrengen.
Maar wanneer ik door mijn eigen verhalen zwem, wordt het water met elke armslag troebel. Daarom wil ik altijd eerst filteren. Helder krijgen wat in beweging komt. Begrijpen. Rationaliseren. Drie (en een half) decennia aan gedachten en gevoelens doorbreken vereist een andere aanpak, en een hoop moed. Het blijft immers bijzonder eng om al mijn ervaringen en bijhorende emoties open en eerlijk te delen.
Angst om te kwetsen, schuld door misverstand en verdriet over het verleden … Laat ik alles los en leg ik desondanks toch mijn ziel bloot?
Mijn hart zegt: schrijf het gewoon.
Maar het hoofd regeert.
Nu nog.
Even.
Leave a reply